3 Overzicht van belangrijke waarderingsgrondslagen

Algemeen

De geconsolideerde en vennootschappelijke jaarrekening zijn gepresenteerd in euro's. De euro is zowel de presentatievaluta als de functionele valuta van Q-Park NV. Elke entiteit binnen de groep legt transacties en balansposten in de administratie vast in haar eigen functionele valuta.

Consolidatie

In de geconsolideerde jaarrekening zijn de financiële gegevens van Q-Park NV en de groepsmaatschappijen opgenomen waarover 'control' bestaat. Een overzicht van de groepsmaatschappijen en overige deelnemingen van de vennootschap is opgenomen in noot groepsmaatschappijen en deelnemingen.

Van de voor consolidatie in aanmerking komende vennootschappen worden de activa en passiva, alsook de baten en lasten, voor 100% opgenomen. Resultaten van overgenomen deelnemingen worden in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat verantwoord vanaf het tijdstip van opname in de groep.

Vreemde valuta

De activa en passiva van de in het buitenland gevestigde groepsmaatschappijen worden ten behoeve van de consolidatie tegen de per balansdatum geldende wisselkoersen omgerekend. De hierbij optredende koersverschillen worden rechtstreeks ten gunste of ten laste van het eigen vermogen (wettelijke koersverschillenreserve) gebracht.

Koersverschillen op leningen in vreemde valuta welke kwalificeren als onderdeel van de investering in de in het buitenland gevestigde groepsmaatschappijen worden (onder aftrek van latente belastingclaims) verwerkt in het eigen vermogen (wettelijke koersverschillenreserve).

Overige vorderingen, schulden en liquide middelen luidende in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen per balansdatum. Daaruit voortvloeiende koersverschillen worden in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat verwerkt.

Ten behoeve van het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat worden de resultatenrekeningen van de in het buitenland gevestigde groepsmaatschappijen omgerekend tegen de gemiddelde koersen van de betrokken periode. Het nettoresultaat van deze groepsmaatschappijen is in de balans omgerekend tegen de koers per balansdatum. Het verschil tussen beide omrekeningen is in het eigen vermogen verwerkt (wettelijke koersverschillenreserve).

Overzicht van de wisselkoersen die gehanteerd zijn ten behoeve van de jaarrekening:

Download data

2015

2014

Gemiddeld

Ultimo

Gemiddeld

Ultimo

Engelse Pond (GBP)

1,3772

1,3625

1,2401

1,2839

Deense Kroon (DKK)

0,1341

0,1340

0,1341

0,1343

Zweedse Kroon (SEK)

0,1069

0,1088

0,1099

0,1065

Noorse Kroon (NOK)

0,1119

0,1041

0,1197

0,1106

Schattingen in de jaarrekening

Voor het opstellen van de jaarrekening worden schattingen en beoordelingen gemaakt die consequenties hebben voor de gerapporteerde bedragen voor activa en passiva, inkomsten en uitgaven. De belangrijkste hiervan worden onderstaand toegelicht.

Q-Park bepaalt tenminste eenmaal per jaar of een bijzondere waardevermindering van goodwill van toepassing is. Dit vraagt om een schatting van de realiseerbare waarde van de kasstroom genererende eenheden waaraan de goodwill wordt toegerekend. Aanvullend bepaalt Q-Park voor haar overige immateriële vaste activa alsmede haar materiële vaste activa in hoeverre per balansdatum sprake is van duurzame waardeveranderingen. Dit vraagt om een schatting van de realiseerbare waarde van deze vaste activa.

De waarde van de vastgoedbeleggingen is gebaseerd op de door Q-Park vastgelegde uitgangspunten enerzijds, en van de schattingen en berekeningen door externe waarderingsdeskundigen anderzijds. De schattingen en berekeningen door externe waarderingsdeskundigen betreffen voornamelijk de te hanteren disconteringsfactor, de bepaling van de 'exit yield' en de ontwikkeling van de verwachte inkomsten en uitgaven op basis van de specifieke omstandigheden per locatie.

De reële waarde van de in de balans opgenomen rentederivaten is gebaseerd op interne uitgangspunten en berekeningen enerzijds, en op opgaven van de verstrekkers van de derivaten anderzijds. In de berekeningen en opgaven zijn schattingen begrepen inzake rente-ontwikkelingen, alsmede schattingen omtrent aanpassingen voor 'debit valuation' en 'credit valuation'.

Er is sprake van onzekerheden omtrent de uitleg van complexe fiscale regelgeving en de hoogte en het tijdstip van toekomstige belastbare winsten. Gezien het brede scala van internationale zakelijke relaties en de langlopende en complexe aard van bestaande contractuele afspraken kunnen verschillen tussen de gedane aannames en de werkelijke uitkomsten, of toekomstige wijzigingen in dergelijke aannames, leiden tot toekomstige wijzigingen.

Actieve belastinglatenties uit hoofde van niet verrekende fiscale verliezen worden gevormd voor zover het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee deze kunnen worden verrekend. Om het bedrag aan actieve latenties uit hoofde van niet verrekende fiscale verliezen te kunnen bepalen, is een beoordeling door het management noodzakelijk van het waarschijnlijke tijdstip en het niveau van toekomstige belastbare winsten, in combinatie met toekomstige fiscale planningsstrategieën.

Goodwill

Goodwill die bij een bedrijfscombinatie ontstaat, wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs, zijnde de waarde waarmee de verkrijgingsprijs het belang van de overnemende partij in de netto reële waarde van de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen overschrijdt. Na deze eerste waardering wordt goodwill gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen (‘impairments’). Voor de toetsing op bijzondere waardeverminderingen wordt de goodwill die is voortgekomen uit een bedrijfscombinatie vanaf de overnamedatum toegerekend aan de kasstroom genererende eenheid die naar verwachting voordeel zal halen uit de synergie in de bedrijfscombinatie. Q-Park heeft haar kasstroom genererende eenheden gedefinieerd op regioniveau, op dit niveau is ook de goodwill bepaald.

Goodwill wordt jaarlijks per 31 december op bijzondere waardeverminderingen getoetst, of vaker indien gebeurtenissen of veranderingen in de omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. De bij de verwerving van bedrijfscombinaties ontstane goodwill in verband met de aanpassing van latente belastingverplichtingen van reële waarde naar nominale waarde vormt geen onderdeel van de in de impairment test te betrekken goodwill. De eventuele aanwezigheid van bijzondere waardeverminderingen van goodwill wordt bepaald door te beoordelen in hoeverre de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid de realiseerbare waarde van deze eenheid overtreft. Wanneer de realiseerbare waarde van de kasstroom genererende eenheid lager is dan de boekwaarde van de kasstroom genererende eenheid waaraan goodwill is toegerekend, wordt een bijzondere waardevermindering verantwoord. Bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot goodwill worden niet in toekomstige perioden teruggenomen.

Overige immateriële vaste activa

De overige immateriële vaste activa betreffen kosten samenhangend met aan software gerelateerde uitgaven en de ontwikkeling van nieuwe automatiseringssystemen. Afschrijving vindt plaats op basis van de verwachte gebruiksduur.

Voor de overige immateriële vaste activa worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:

Vastgoedbeleggingen

Q-Park kwalificeert haar vastgoed, waaronder financiële en operationele leases, in overeenstemming met IAS 40.5 en IAS 40.6 als een vastgoedbelegging omdat dit vastgoed (onroerende zaken en/of leases) wordt aangehouden om huuropbrengsten en/of waardestijging te genereren. De ontvangen parkeergelden worden toegerekend aan het gebruik van de parkeerplaatsen en parkeerfaciliteiten in eigendom of in lease, waarmee voldaan wordt aan IAS 40.7. Q-Park biedt geen belangrijke aanvullende diensten aan naast het beschikbaar stellen van parkeercapaciteit. Hiermee is voldaan aan de randvoorwaarden die IAS 40 stelt aan het kwalificeren van vastgoed als een vastgoedbelegging. Omwille van een eenduidige verwerking binnen de groep worden alle parkeerfaciliteiten van de groep op eenzelfde wijze gekwalificeerd en in overeenstemming met de bepalingen in IAS 40 verwerkt.

Tot vastgoedbeleggingen worden gerekend alle juridische eigendommen, concessies en erfpachtconstructies, financiële leasecontracten en operationele leasecontracten waarin parkeeractiviteiten worden ontplooid, waarbij de classificatie als volgt wordt bepaald:

Vastgoedbeleggingen worden bij verwerving verantwoord tegen aanschafwaarde, inclusief eventuele transactiekosten, met reële waarde als vervolgwaardering na de eerste verantwoording. Deze reële waarde van vastgoedbeleggingen wordt jaarlijks door onafhankelijke externe taxateurs (in 2015 en 2014: DTZ) vastgesteld, met uitzondering van de leasecontracten met een initiële looptijd korter dan 15 jaar en in het boekjaar aan de portefeuille toegevoegde contracten. Desinvesteringen worden verantwoord bij verkoop of permanente buitengebruikstelling.

De jaarlijkse waardeveranderingen van de vastgoedbeleggingen worden, evenals eventuele resultaten in verband met verkoop of contractbeëindiging van vastgoedbeleggingen, in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat verantwoord als onderdeel van het indirecte resultaat.

De reële waarde is niet bepaald aan de hand van waarneembare markttransacties vanwege de aard van de vastgoedbeleggingen en het gebrek aan voldoende vergelijkbare marktgegevens. In plaats daarvan wordt door de onafhankelijke externe taxateurs een model gehanteerd in overeenstemming met internationale waardebepalingsrichtlijnen. Voor alle juridische eigendommen en erfpachtconstructies wordt een huurwaardekapitalisatie calculatie uitgevoerd ter vaststelling van het in de reële waarde begrepen vastgoedelement. Aanvullend wordt voor iedere vastgoedbelegging het in de reële waarde begrepen operationele element bepaald op basis van de direct aan de vastgoedbelegging toerekenbare toekomstige opbrengsten, kosten (exclusief erfpachtcanons) en investeringen, welke contant worden gemaakt op basis van een object-specifieke disconteringsvoet. Met betrekking tot de leasecontracten worden de minimale huurverplichtingen toegevoegd aan de waardering om te komen tot de verantwoorde reële waarde. De looptijd in het model is gemaximeerd op 15 jaar, aangevuld met een restwaarde. Voor zover de werkelijk resterende contractduur kleiner is dan 15 jaar, wordt deze werkelijk resterende contractduur in het model verwerkt. Lease contracten met een initiële looptijd korter dan 15 jaar worden intern gewaardeerd op basis van een vergelijkbaar contante waardemodel.

Vastgoedbeleggingen in ontwikkeling worden eveneens gewaardeerd tegen reële waarde. Voor zover er in de ontwikkelings- of aanloopfase van vastgoedbeleggingen in ontwikkeling een onvoldoende betrouwbare inschatting van toekomstige kasstromen kan worden gemaakt en dus de reële waarde niet voldoende betrouwbaar kan worden vastgesteld, wordt de reële waarde gelijk gesteld aan de cumulatief tot aan balansdatum bestede verwervingskosten.

Aan de vastgoedbeleggingen in ontwikkeling toe te rekenen bouwrente wordt geactiveerd. Over vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met lineaire afschrijvingen gebaseerd op de verwachte gebruiksduur en rekening houdend met de verwachte restwaarde. Voor de materiële vaste activa wordt een afschrijvingstermijn gehanteerd van 5 – 15 jaar. 

Deelnemingen en vooruitbetaalde kosten

Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd op basis van equity-methode bij toepassing van de door Q-Park gehanteerde waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten in de algemene vergadering.

De waardering van deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien de waardering van een deelneming volgens equity-methode negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover Q-Park NV in deze situatie geheel of gedeeltelijk instaat voor de schulden van de deelneming, dan wel het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie.

Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden geclassificeerd als financieel instrument en gewaardeerd tegen reële waarde.

De vooruitbetaalde kosten worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

Actieve belastinglatenties

Onder deze post zijn de vorderingen in verband met compensabele verliezen opgenomen, gewaardeerd tegen de belastingtarieven waartegen deze posten in de toekomst naar verwachting zullen worden afgerekend. Vorderingen in verband met compensabele verliezen worden uitsluitend opgenomen indien en voor zover voldoende fiscale winsten verwacht worden ter compensatie van de verantwoorde latente belastingvorderingen of indien er sprake is van voldoende latente belastingverplichtingen vanwege belastbare tijdelijke verschillen.

Salderen van actieve en passieve belastinglatenties vindt plaats indien deze vallen binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en voor zover de termijnen waarbinnen realisatie wordt verwacht samenvallen.

Uitgestelde winstbelastingvorderingen en –verplichtingen worden gesaldeerd indien er een in rechte afdwingbaar recht bestaat om actuele winstbelastingvorderingen te salderen met actuele winstbelastingverplichtingen en de uitgestelde belastingen verband houden met dezelfde belastbare entiteit en dezelfde belastingautoriteit.

Vaste activa aangehouden ter verkoop

Voor zover vaste activa door de onderneming formeel zijn aangemerkt als ‘vaste activa aangehouden voor verkoop’, worden deze separaat in de balans gepresenteerd als onderdeel van de vlottende activa. Waardering van vastgoedbeleggingen aangehouden ter verkoop vindt plaats op basis van reële waarde verminderd met transactiekosten. Voor overige vaste activa aangehouden voor verkoop geldt dat deze worden gewaardeerd op de laagste van de boekwaarde en de reële waarde na aftrek van verkoopkosten.

Vorderingen

De vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, indien van toepassing onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid.

Liquide middelen

Kasmiddelen en kasequivalenten omvatten kassaldi en vrij opeisbare deposito’s. Kasequivalenten zijn zeer liquide korte termijn instrumenten, die onmiddellijk kunnen worden omgezet in vaststaande kasgeldbedragen en waarvan het risico nihil is.

Eigen vermogen

Algemeen

Aandelen worden als eigen vermogen aangemerkt. Externe kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden op de overige reserves in mindering gebracht.

Afdekkingsreserve

Wijzigingen in de reële waarde van de rentederivaten die tot en met 2013 zijn aangemerkt als kasstroomafdekking (‘cashflow hedge’) en die aan de criteria van hedge accounting voldeden, werden tot en met 2013 rechtstreeks in het eigen vermogen (afdekkingreserve) opgenomen voor zover de afdekking effectief was. Samenhangend met het besluit van de onderneming om vanaf boekjaar 2014 geen hedge accounting meer toe te passen op de wijzigingen in de reële waarde van de rentederivaten, wordt de cumulatief tot en met 31 december 2013 opgebouwde reserve vanaf boekjaar 2014 op basis van de looptijd van de rentederivaten geamortiseerd ten laste van het indirect resultaat.

Koersverschillenreserve

In de koersverschillenreserve worden de koersverschillen die voortvloeien uit de omrekening van de jaarrekeningen van buitenlandse dochterondernemingen verwerkt. Daarnaast worden in de koersverschillenreserve de nog niet gerealiseerde resultaten op in het verleden aangehouden valutaderivaten verantwoord.

Langlopende verplichtingen

Voorzieningen

Voorzieningen worden getroffen indien Q-Park een huidige (contractuele of feitelijke) verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden. Een voorziening wordt alleen getroffen voor zover een betrouwbare schatting gemaakt kan worden van de verplichting en het waarschijnlijk is dat een dergelijke verplichting betaald moet worden. De exacte omvang en het tijdstip van de uitgaande kasstroom zijn echter onzeker. De last die met een voorziening samenhangt, wordt opgenomen in het overzicht van het totaalresultaat. Indien het effect van de tijdswaarde van geld significant is, worden de voorzieningen contant gemaakt tegen een disconteringsvoet (voor belasting). De toename in een contant gemaakte voorziening wegens het verstrijken van tijd wordt als financieel resultaat verantwoord.

Latente belastingverplichtingen

De latente belastingverplichtingen in verband met tijdelijke verschillen tussen fiscale en commerciële waardering van activa en passiva zijn gewaardeerd tegen de belastingtarieven waartegen deze verschillen in de toekomst naar verwachting zullen worden afgerekend. Voor zover de latente belastingen in verband met de tijdelijke verschillen resulteren in een actiefpost, zijn deze niet verantwoord als onderdeel van de latente belastingverplichtingen, maar als onderdeel van de actieve belastinglatenties.

Huurverplichtingen

Langlopende schulden uit hoofde van erfpacht- en/of huurverplichtingen van vastgoedbeleggingen worden – uitsluitend voor zover er sprake is van vaste, onomkeerbare verplichtingen – in de balans opgenomen tegen de contante waarde. Deze contante waarde wordt bepaald op basis van de effectieve rentevoet voor deze verplichtingen. De rentelasten samenhangend met deze verplichtingen worden in het directe resultaat opgenomen als onderdeel van de kosten vastgoedbeleggingen uit hoofde van operationele en financiële lease.

De verantwoorde minimale huurverplichtingen in de balans zijn gebaseerd op de meest actuele inschattingen van deze toekomstige huurverplichtingen rekeninghoudend met jaarlijkse aanpassingen als gevolg van inflatie.

De variabele (omzetafhankelijke) component van de huurverplichtingen wordt niet op basis van bovenstaande verwerkingswijze in de balans verwerkt, maar wordt rechtstreeks in het overzicht van het totaalresultaat verwerkt in het jaar dat deze verplichting definitief geworden is.

Geldleningen

Geldleningen worden tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord. Kosten voor het afsluiten van leningen en vooruitbetaalde rentekosten en financieringskosten worden op de leningen in mindering gebracht en volgens de effectieve rentemethode over de looptijd van de leningen ten laste van het resultaat gebracht. Aflossingen binnen een jaar na balansdatum worden als een afzonderlijke post onder de kortlopende schulden gepresenteerd.

Financiële instrumenten

Q-Park gebruikt afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) zoals ‘Interest Rate Swaps’ (IRSs) om de risico’s van rentebewegingen af te dekken. Bij het aangaan van deze derivaten wordt de afdekkingsrelatie door Q-Park formeel aangewezen en gedocumenteerd. Voorts documenteert Q-Park bij het aangaan van contracten de doelstellingen inzake risicomanagement en de strategie waaronder de verschillende afdekkingstransacties worden uitgevoerd.

Financiële derivaten worden initieel in de balans opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de reële waarde op iedere balansdatum. De wijze van verantwoording van daaruit voortvloeiende baten of lasten hangt af van de aard van de post die afgedekt wordt. De afdekkingen hebben betrekking op het risico van mogelijke variabiliteit van kasstromen verbonden met een opgenomen actief of verplichting of een verwachte transactie, of het valutarisico van een niet in de balans verwerkte aangegane verplichting.

Samenhangend met het besluit van de onderneming om vanaf boekjaar 2014 geen hedge accounting meer toe te passen op de wijzigingen in de reële waarde van de rentederivaten, wordt de cumulatief tot en met 31 december 2013 opgebouwde reserve vanaf boekjaar 2014 op basis van de looptijd van de rentederivaten geamortiseerd ten laste van het indirect resultaat. Wijzigingen in de reële waarde van de rentederivaten worden met ingang van boekjaar 2014 eveneens ten gunste of laste van het indirect resultaat verwerkt.

Kortlopende verplichtingen

De kortlopende verplichtingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. Deze ligt gewoonlijk in lijn met het nominale bedrag.

Direct en indirect resultaat

Q-Park maakt in haar geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat onderscheid tussen direct en indirect resultaat.

Het direct resultaat voor belastingen betreft het resultaat bestaande uit de netto omzet minus bedrijfskosten (waaronder de kosten vastgoedbeleggingen uit hoofde van operationele en financiële lease) en financiële baten en lasten.

Het indirect resultaat voor belastingen omvat met name herwaarderingsresultaten op vastgoedbeleggingen, verkoopresultaten, resultaten in verband met beëindigde of te beëindigen vastgoedbeleggingen (concessies, leasecontracten), impairments op goodwill, wijzigingen in de reële waarde van rentederivaten en het effect van amortisatie van de cumulatief opgebouwde afdekkingsreserve.

Resultaatbepaling

De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde grondslagen van waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden verantwoord in het jaar waarin de diensten zijn verleend. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze bekend zijn.

Opbrengstverantwoording

Onder de omzet worden de netto-opbrengsten (exclusief omzetbelasting) wegens de in het verslagjaar aan derden in rekening gebrachte bedragen voor verleende diensten verantwoord. De verantwoorde omzet bestaat uit:

Afschrijvingen

De afschrijvingen geschieden tijdsevenredig op basis van de verwachte gebruiksduur van de hieraan gerelateerde activa.

Financieel resultaat

Het financieel resultaat omvat zowel de financiële lasten als de financiële baten. Onder de financiële lasten zijn de rentekosten op leningen en op afgesloten rentederivaten verantwoord, alsmede de geamortiseerde herfinancieringskosten.

Onder de financiële baten zijn de renteopbrengsten op uitstaande liquiditeiten verantwoord.

Belastingen

De vennootschapsbelasting wordt berekend op basis van het resultaat vóór belastingen, rekening houdend met niet in de belastingheffing betrokken bestanddelen alsmede (gedeeltelijk) niet aftrekbare kosten. Met te ontvangen belasting wordt alleen rekening gehouden indien het redelijkerwijs te verwachten is dat de verliezen zullen kunnen worden gecompenseerd. De actuele belasting is het verwachte te betalen of te ontvangen bedrag over het resultaat voor belasting tegen de belastingtarieven die op balansdatum van kracht zijn inclusief aanpassingen ten aanzien van de te betalen belastingen over voorgaande jaren.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij voor de herleiding van de mutatie in de liquide middelen wordt uitgegaan van het netto resultaat. Activa/passiva transacties zijn gepresenteerd als acquisities en desinvesteringen in het jaar van betaling. Als gevolg hiervan komen de getoonde kasstromen niet overeen met de mutaties zoals die uit de geconsolideerde balans blijken.